|
Gita in dutch |
HET PAD DER MEDITATIE
EEN KARMA-YOGI IS EEN VERZAKER
- De Heer Krishna sprak: Wie niet gehecht
is aan de vruchten van zijn arbeid en werkt volgens zijn plicht, bevindt
zich op het peil van iemand die de wereld verzaakt heeft en is de ware
yogi: in tegenstelling tot hem die geen vuur maakt en geen werk verricht.
- O Arjuna, verzaking (Samnyasa) is
hetzelfde als Karma-yoga, want niemand kan een Karma-yogi worden indien
hij tegenover een volbrachte werk zich niet heeft ontdaan van zelfzuchtige
motieven. (Zie ook 5.01, 5.05, 6.01, en 18.02)
EEN DEFINITIE VAN YOGA
- Voor de nieuweling in het achtvoudig
yoga-systeem heet werken de weg te zijn; en voor iemand die al tot yoga
gekomen is, heet het staken van alle stoffelijke activiteiten de weg te
zijn.
- Iemand heet tot yoga gekomen te zijn
wanneer hij, na alle stoffelijke verlangens te hebben verzaakt, noch
handelt om zijn zinnen te bevredigen, noch zich ophoudt met baatzuchtig
streven.
HET GEMOED IS DE BESTE
ZOWEL ALS DE SLECHTSTE VRIEND
- Men dient zich te verheffen door
zijn eigen geest en zich niet te verlagen. De geest is
zowel de vriend als de vijand van de gebonden ziel.
- Voor wie zijn geest heeft
overwonnen, is de geest zijn beste vriend; maar voor wie daar niet in is
geslaagd, is juist de geest zijn ergste vijand.
- Voor wie de geest heeft overwonnen, is
het hoger Zelf reeds bereikt, want hij is tot rust gekomen. Voor zo iemand
zijn geluk en verdriet, hitte en kou, eer en schande een en hetzelfde.
- Een persoon wordt een yogi genoemd die
tegelijkertijd Zelfkennis en
Zelf-realisatie bezit, die gelijkmoedig is, die zijn gemoed en zinnen kan
beheersen, en voor wie een aardekluit, een steen, en goud hetzelfde is.
- Een persoon wordt als superieur
beschouwd die onpartijdig is tegenover metgezellen, vrienden, vijanden,
neutralen, arbiters, haters, bloedverwanten, heiligen en zondaren.
MEDITATIE TECHNIEKEN
- Wie naar het bovenzinnelijke streeft,
dient altijd te trachten zich op het Allerhoogste Zelf te richten; hij
behoort zich af te zonderen op een eenzame plaats en steeds aandachtig
zijn geest te beteugelen; hij dient vrij te zijn van alle begeerte en elk
bezitsgevoel ( en ).
- Op een reine plek gezeten, op een eigen
vaste zitplaats, noch te hoog noch te laag, vervaardigd van een laken, de
huid van een zwarte antilope en kushagras, boven elkaar gelegd;
- Laat hem daar, als hij het denken
eenpuntig gemaakt
heeft, zijn gedachten en de werkingen der zinnen heeft beteugeld en
roerloos gezeten is, meditatie
praktiseren om het zelf te reinigen.
- Laat hem, terwijl hij lichaam, hals en
hoofd rechtop houdt, onbeweeglijk en bedaart, met gesloten ogen de blik
gericht op de punt van de neus.
- Kalm, onbevreesd, onwrikbaar in zijn
gelofte van Brahmachari,
zijn denken beheersend, zijn gedachten
gericht op Mij, harmonisch strevend naar Mij als Allerhoogste. (Zie ook
4.29, 5.27, 8.10, en 8.12)
- De yogi, die aldus steeds gericht is op
het Zelf, wiens denken beheerst is, komt tot vrede; komt tot het
allerhoogste Nirvana dat in Mij is.
- Waarlijk, yoga is niet voor hem die te
veel eet, ook niet voor hem die overmatig vast, en evenmin voor hem die te
veel slaapt of die te veel waakt, O Arjuna.
- Yoga verdrijft alle pijn voor hem, die
matig is in eten en ontspanning, matig in zijn gedragingen, matig in
slapen en waken.
- Als zijn beheerste denken
gevestigd is op het Zelf, vrij van verlangen naar alle begerenswaardige
dingen, dan zegt men: hij is evenwichtig.
- Als een lamp die, tegen de wind
beschut, niet flikkert, hiermee vergelijkt men de yogi, die zijn denken
beheersend, verzonken is in de yoga van het Zelf.
- Dat, waarin het denken tot rust komt,
verstild door yoga beoefening; dat waarin men, het Zelf schouwend door het
Zelf, tevreden is in het Zelf;
- Iemand’s oneindige zegen is enkel door
het intellect, buiten het bereik van de zintuigen, waargenomen. Na de
Absolute Realiteit gerealiseerd te hebben, kan iemand er nooit van
afgeweken worden.
- Dat waarvan men, als het eenmaal is
verkregen, beseft dat er niets hogers is te verwerven en waar men, eenmaal
erin gegrondvest, zelfs door felle smart niet geschokt wordt:
- Dat moet men kennen als yoga, dit
loskoppelen van de identiteit met pijn. Deze yoga moet men aanhangen met
onwrikbare overtuiging en onverdroten geest.
- Men dient zich vastberaden en vol
vertrouwen aan yoga te wijden. Men moet zich zonder uitzondering ontdoen
van alle stoffelijke begeerten, die voortkomen uit het vals ego, en zo met
de geest alle zinnen geheel beheersen.
- Geleidelijk, en met ferme beheersing
moet men tot rust en kalmte komen; en eenmaal de aandacht op het Zelf
gevestigd, laat men dan aan niets anders denken.
- Laat de yogi, zo vaak de wankelde
aandacht afdwaalt, deze ontomen en onder beheersing van het Zelf brengen.
WIE IS EEN YOGI
- De yogi wiens gemoed op Mij gericht is
verwerft zich voorzeker het hoogst geluk. Dankzij zijn eenheid met Brahman
wordt hij verlost; zijn geest heeft vrede, zijn drangen zijn tot rust
gekomen en hij is vrij van zonden.
- Standvastig in het Zelf, van alle
stoffelijke smetten vrij, bereikt de yogi de hoogste volmaaktheid des
geluks in voortdurende verbinding met het Allerhoogste Bewustzijn.
- Een ware yogi aanschouwt Me in alle
wezens en ziet ook elk wezen in Mij. De zelfverwerkelijkte ziet Me
werkelijk overal. (Zie ook 4.35,
5.18)
- Voor wie Mij overal ziet en alles in
Mij ziet, ben Ik nimmer verloren, noch is hij ooit verloren voor Mij.
- Die yogi, die in eenheid gegrondvest,
Mij in alle schepselen verblijvend, aanbidt, leeft in Mij, hoe zijn
leefwijze ook mag zijn.
- De volmaakte yogi, O Arjuna, is hij die
door vergelijking met zichzelf de ware gelijkheid van alle wezens ziet,
zowel in geluk als in verdriet.
TWEE METHODEN OM HET RUSTELOOS GEMOED TE BEDWINGEN
- Arjuna zei: O Krishna, het yoga-systeem
dat Je me beschreven hebt lijkt me onuitvoerbaar en niet vol te houden,
want de geest is rusteloos en onevenwichtig.
- Want de geest
is rusteloos, woelig, koppig en zeer sterk, O Krishna, en hem bedwingen
lijkt me moeilijker dan het bedwingen van de wind.
- De Heer Krishna zei: Het is
ongetwijfeld waar, O Arjuna, dat het denken moeilijk te beteugelen en
rusteloos is; maar door constante en harde oefening – zoals meditatie – in
volharding en ongehechtheid kan men het bedwingen.
- Yoga is, naar mijn mening, moeilijk te
bereiken door een onbeheerst zelf; maar door degene, die door het Zelf
beheerst wordt, is het te bereiken met behulp van juist gerichte energie.
HET LOT VAN EEN ONBEKWAME YOGI
- Arjuna zei: Wat is de bestemming van de
gelovige die niet volhardt op het pad van de meditatie, die een begin
maakt met zijn streven naar zelfverwerkelijkheid, maar er later als gevolg
van wereldsgezindheid van afziet, en zo niet tot mystieke volmaaktheid
komt?
- Zal hij niet vergaan zoals een
gescheurde wolk, O Krishna, daar hij aan beide werelden
is ontvallen, en het pad
ontloopt, dat voert tot het eeuwige Brahman?
- O Krishna, wil toch mijn twijfel
volledig verdrijven; want niemand dan gij kan deze twijfel wegnemen. (Zie
ook 15.15)
- Krishna zei: O Arjuna, noch in deze
wereld, noch in het hiernamaals wacht hem de ondergang; nooit zal iemand,
die het goede betracht, het pad van smart betreden, geliefde vriend.
- Na vele, vele jaren van genieten op de
werelden der rechtvaardigen wordt de yogi die het niet gehaald heeft,
geboren in een familie van rechtvaardig levende mensen of in een familie
van rijke adel.
- Of hij wordt geboren in een familie van
personen die naar het bovennatuurlijke streven en zeer grote wijsheid
bezitten. Zo’n geboorte is waarlijk zeldzaam in deze wereld.
- Daar herkrijgt hij de kenmerken, die
tot zijn vorig lichaam behoorden en hiermee werkt hij opnieuw, om tot
volmaaktheid te komen.
- Door zijn yogabeoefening
in vorige levens wordt hij onweerstaanbaar voortgezweept. En aangezien hij
yoga
verlangt te kennen, stijgt hij uit boven het Woord,
tot realisatie van het eeuwige Brahman.
- Maar wanneer de yogi, van alle smetten
vrij, oprecht naar verdere vooruitgang streeft, bereikt hij uiteindelijk,
na vele, vele levens van oefenen, het allerhoogste doel.
WIE IS DE BESTE YOGI
- De yogi
is hoger dan de asceten;
men vindt hem zelfs hoger dan de wijzen;
de yogi is hoger dan de mens van handeling;
wordt gij daarom een yogi, O Arjuna.
- En van alle yogi’s wordt hij, die
Mij vol vertrouwen aanbidt, die met zijn innerlijke Zelf in Mij verblijft,
die Mij vereert, door Mij als de volkomen evenwichtige beschouwt. (Zie ook
12.02 en 18.66)
In de Upanishads, genaamd de heilige
Bhagavad Gîtâ, in de wetenschap van de Allerhoogste Geest, in het boek van
devotie, in de samenspraak tussen de Heilige Krishna en Arjuna, staat aldus het
zesde hoofdstuk, genaamd
“Het Pad der
Meditatie”.
Meditatie Technieken
(Ramanand Prasad):
De plaats voor de meditatie zou de
sereniteit, de eenzaamheid, en de geestelijke atmosfeer van reukvrije,
geluidsvrije, en lichtvrije ruimten van de Himalayas grotten moeten zijn.
Massieve, kolossale gebouwen met bijzondere uitgehouwen marmeren figuren van
hemelse bewaarders zijn niet genoeg. Ze zijn dikwijls met de spiritualiteit
tegenstrijdig en helpen enkel godsdienstige commerciële doeleinden.
De acht meditatiestappen volgens Patanjali’s Yoga Sutra (PYS 2.29)
zijn:
(1)
Zedelijk gedrag
(2)
Geestelijk
praktijk
(3)
De gepaste
houding en yogische oefeningen
(4)
Yogische
ademhaling
(5)
Het terugtrekken
van de gevoelens
(6)
Concentratie
(7)
Meditatie, en
(8)
Trance, of
superbewuste staat van gevoel.
Men moet de acht stappen één voor één onder eigen leiding volgen om
vooruitgang in de meditatie te boeken. Het gebruik van ademhaling en
concentratie technieken zonder de nodige zuivering van het gemoed, en zonder
sublimatie van de gevoelens en verlangens door moreel gedrag en geestelijke
praktijken (zie 16.23) kan het gemoed in gevaarlijke neurotische staten leiden.
Patanjali zegt: De zit postuur voor meditatie moet stabiel, relaxerend en
comfortabel zijn voor het individuele fysisch lichaam (PYS 2.46).
Yogische ademhaling is niet de krachtdadige – dikwijls gevaarlijk
ophouden van de adem in de longen zoals gewoonlijk verkeerd begrepen en in
praktijk gebracht. Patanjali definieert deze als de controle van de Prana – de
bio-impuls of de astrale levenskrachten
– dat het ademhalingsproces veroorzaakt (PYS 2.49). Het is een geleidelijke
ontwikkeling van onder controle brengen of tot vertraging leiden – door het
gebruik van yogische standaard technieken zoals yogische houdingen,
ademhalingsoefeningen, uitsluitingen, en bewegingen – van de bio-impuls die de motor en de zintuiglijke zenuwen
activeren om de ademhaling in regelmaat te brengen evenals datgene buiten onze
controle staat.
Wanneer het lichaam super gevuld is met het
grote reservoir van de alomtegenwoordige kosmische stroom doorheen de oblongata
merg, de nood om te ademhalen is verminderd of zelfs verwijderd en waarbij de
yogi de ademloze trance staat behaalt, en dat is de laatste mijlsteen van de
geestelijke tocht. De Upanishad zegt: “Geen enkel sterveling leeft enkel met
het ademhalen van zuurstof in de lucht. Ze zijn van iets anders afhankelijk.
(KaU 5.05) Jezus zegt: “De mens zal bij brood (voedsel, water, en lucht) alleen
niet leven, maar bij alle woord (of kosmische energie), dat door den mond Gods
uitgaat.” (Matth. 4.4) Het ademkoord houd de levende entiteit (ziel) aan het
lichaam-gemoed complex. Een yogi bevrijdt de ziel van het lichaam, en bindt ze
met de Superziel tijdens de ademloze “trance” staat.
Het intrekken van de gevoelens is voor de yogi een grote obstakel in
het nakomen van zijn doel. Wanneer het gevoel is onttrokken; concentratie,
meditatie en Samadhi zijn zeer gemakkelijk te bereiken. Het gemoed zou moeten
gecontroleerd en opgeleid worden naar het intellect toe in plaats van langs de
hoofdzintuigen zoals het horen, voelen, zicht, smaak en reuk. Het gemoed is
natuurlijke wijze onrustig. Het observeren van het natuurlijke in- en uit gaan
van de adem, en het alternatief ademen brengen het gemoed tot kalmte.
De twee meest gebruikte technieken om het gevoel te beheersen zijn:
(1)
Concentreer uw
volle aandacht op één punt tussen de wenkbrauwen. Voorzie en verbreidt er een
sfeer van een draaiende wit licht.
(2)
Zingt zo spoedig
mogelijk mentaal een mantra of een heilige naam van de Heer, en laat uw gemoed
door het geluid van het mentaal zingen doordringen, zodanig dat u het tikken
van een dichtst bijgelegen klok niet meer hoort. De snelheid en de
geluidssterkte van het mentaal zingen moeten vermeerderd worden naargelang de
rusteloosheid van het gemoed, of omgekeerd.
Concentratie op een bijzonder aspect van een god, op het geluid van een
mantra, op de gang van de ademhaling naar verschillende energie centra in het
lichaam, tussen de wenkbrauwen, op de top van de neus, en op een ingebeelde
karmozijn (rood) lotusbloem binnen de borst centrum, kalmeert het gemoed en
schorst het zwerven.
Ramanand Prasad: Een yogi zou op eender
mooie vorm van God moeten beschouwen totdat de vorm in zijn gemoed tegenwoordig
is. Korte meditaties in volle concentratie zijn beter dan lange zonder concentratie.
Het gemoed (de geest) gefixeerd op één enkel voorwerp der contemplatie voor
twaalf (12) seconden, twee minuten vijftig seconden (2 ½ ),en een half uur
staan achtereenvolgens voor concentratie, meditatie, en trance. Meditatie
begint wanneer het gemoed ophoudt te oscilleren en is van het punt van concentratie
verdwenen.
In het laagste stadium van de trance, wordt
het gemoed zodanig gevestigd op een gedeelte van een godheid zoals het gelaat,
of de voeten dat al het overige is vergeten. Het is zoals een droom in een
staat van “wakker zijn” (of slaaploosheid toestand), welbewust van het gemoed,
de gedachten, en omgeving. In een hoger trance-staat, verblijf het lichaam stil
en onbeweeglijk, en het gemoed experimenteert verschillende aspecten van de
Waarheid. Het gemoed verliest zijn individuele identiteit en wordt één met het
kosmische onbewuste.
De superbewuste staat van gemoed is het hoogste trance etappe. In deze
gemoedsstaat, wordt het gewone menselijke bewustzijn doordrongen door het
kosmische onbewustzijn; bereikt een gedachteloze, en polsslagloze, ademloze
staat, en ervaart niets anders dan vrede, blijdschap, en de hoogste zaligheidgeluk.
In deze hoge trance toestand verblijvend, wordt de energie centrum (Chakra)
boven aan het hoofd (kruin) geopend, het gemoed verzonken in het eeuwige; waar
geen gemoed of gedachte meer is, maar het gevoel van Zijn transcendentale
bestaan, bewustheid, en zaligheidgeluk. Een persoon die deze staat heeft
bereikt, wordt een wijze genoemd.
Ramanand Prasad: Neem
een meditatieve houding aan zoals het in vers 6.13 beschreven staat. Het is een
heel goede idee om eender welke taak te beginnen, na vooreerst een persoonlijke
god van uw keus waarin ge gelooft te hebben aangeroepen. De Heer Ganesha, en de
Goeroe zouden door de Indiërs moeten aangeroepen worden.
|
|
|