|
Gita in dutch |
ZELFKENNIS EN VERLICHTING
- De Heer Krishna zei: Hoor nu, O Arjuna,
hoe je door yoga te oefenen in vol bewustzijn van Mij en met je geest op
Mij gericht, Me geheel kunt kennen zonder een spoor van twijfelen.
METAFYSISCHE KENNIS IS DE UITERSTE KENNIS
- Ik zal u deze wijsheid
en kennis
volledig openbaren en wanneer ge u die hebt eigen gemaakt, blijft er
verder niets over te weten.
DE ZOEKERS ZIJN BEPERKT
- Onder vele duizenden mensen streeft er
misschien één naar volmaaktheid,
en van duizenden strevenden is er
ternauwernood één, die Mij in wezen
kent.
DEFINITIES VAN DE MATERIE, BEWUSTZIJN, EN GEEST
- Aarde, water, vuur, lucht, ether,
geest,
verstand en het ikbesef tezamen omvatten deze achtvoudige indeling Mijn
afgescheiden, stoffelijke energieën. (Zie ook 13.05)
- Behalve deze lagere natuur, O
Arjuna, heb Ik een hogere natuur, welke bestaat uit alle levende wezens,
die met de stoffelijke natuur worstelen en het universum schragen.
DE VERHEVENE GEEST IS DE GRONDVEST VAN
MATERIE, BEWUSTZIJN EN GEEST
6. Wees ervan overtuigd dat van al wat stoffelijk en
geestelijk is in deze wereld, Ik
zowel de oorsprong als de ontbinding ben.
(Zie ook 13.26)
- Er is niets, dat hoger is dan Ik, O
Arjuna. Alles houdt verband met Mij, als parels, aan een draad geregen.
DE VERHEVENE GEEST IS DE BASIS VAN ALLES
- O Arjuna, Ik ben de smaak in de
wateren; het stralende in de maan en de zon, de heilige syllabe OM in al
de Vedas; geluid in ether en kracht in het menselijk wezen.
- Ik ben de oorspronkelijke geur van de
aarde en Ik ben de hitte in het vuur. Ik ben het leven van al wat leeft en
Ik ben de strenge eenvoud van de asceten.
- O Arjuna, weet dat Ik het
oorspronkelijk zaad ben van al wat is, het verstand
van de verstandigen en de moed van alle dapperen.
(Zie ook 9.18 en 10.39).
- Ik ben de begeerte in de menselijke
wezens, ontdaan van sensuele bevrediging in overeenstemming met de dharma
(voor het sacrale doel van procreatie na het huwelijk), O Arjuna.
- Alle zijnstoestanden – in goedheid,
hartstocht of onwetendheid – worden geopenbaard door Mijn vermogen. Ik ben
in zekere zin alles, maar Ik ben onafhankelijk. Ik word niet beïnvloed
door de drieërlei aard der stoffelijke natuur. (Zie ook 9.04 en 9.05)
- Begoocheld door de drieërlei aard der
stoffelijke natuur (goedheid, hartstocht, onwetendheid), is de gehele
wereld onbekend met Mij, die boven de geaardheden ben en onuitputtelijk?
HOE DE GODDELIJKE ILLUSOIRE KRACHT (MAYA) OVERWINNEN
- Deze Mijn goddelijke energie,
bestaande uit de drieërlei aard der stoffelijke natuur, is moeilijk te overwinnen.
Maar degenen die zich aan Mij overgeven, komen haar gemakkelijk te boven.
(Zie ook 14.26, 15.19, en 18.66)
WIE ZOEKEN GOD
- De boosdoeners, de dwazen, de
nietswaardigen, diens verstand door de begoocheling is versluierd, die de
geaardheid van demonen
bezitten, zoeken hun toevlucht niet tot Mij.
- O Arjuna, vier soorten vrome lieden
bewijzen me toegewijde dienst – de verdrietige, hij die rijkdom begeert,
de nieuwsgierige en hij die naar kennis van het Absolute zoekt.
- Van deze is de wijze, die immer in
harmonie de Ene aanbidt, de uitnemendste; Ik ben de wijze dierbaar
bovenal, en hij is Mij dierbaar.
- Al deze toegewijden zijn ongetwijfeld
grootmoedige zielen, maar degene
die zich in kennis bevindt aangaande Mij, verblijft waarlijk in Mij.
Werkzaam in Mijn bovennatuurlijke dienst, bereikt hij Mij.
(Zie ook 9.29)
- Na vele geboorten komt de verlichte,
die vervuld is van wijsheid tot Mij (of Verhevene Wezen). Zo een
grote ziel is uiterst zeldzaam.
- Zij, wier denken verscheurd is door
begeerten, gaan tot andere godheden,
en zoeken hun toevlucht tot verschillende rituele gebruiken, al naar hun
aard.
DE AANBIDDING VAN EEN GODHEID IS OOK GOD AANBIDDEN
- Hoe een toegewijde, vol geloof en
vertrouwen Mij
ook zoekt te aanbidden, Ik
maak dat geloof en vertrouwen van die mens standvastig.
- Vervuld van geloof en vertrouwen,
zoekt hij zo’n halfgod te aanbidden, en van hem verkrijgt hij de
vervulling van zijn begeerten; Ik echter bepaal de gunsten.
- Mensen met weinig verstand aanbidden de
halfgoden en wat ze ontvangen is beperkt en tijdelijk. Degenen die de
halfgoden aanbidden gaan naar de hemelse gewesten van de halfgoden, maar
mijn devoters komen zeker tot Mij.
GOD KAN IN EEN BEELD VAN EENDER GEWENSTE
VORM VAN AANBIDDING GEZIEN WORDEN
- Onverstandige lieden, die Mij niet
kennen, denken dat Ik deze gedaante en persoonlijkheid heb aangenomen. Als
gevolg van hun geringe kennis, weten
ze niets van Mijn hogere natuur, die onveranderlijk en hoog
verheven is.
- Ik ben nimmer herkenbaar voor de
dwazen en onverstandigen. Ik ben door Mijn eeuwige scheppende kracht voor
hen verhuld; zo word Ik, die ongeboren en onfeilbaar ben door de
begoochelde wereld niet gekend.
- Ik ken de schepselen van verleden,
heden en toekomst, O Arjuna, maar Mij kent niemand.
- Door het illusoire van de paren van
tegenstellingen, die ontsproten zijn aan toeneiging en afstoting, O
Arjuna, worden alle schepselen geboren
in volslagen begoocheling.
- Maar de mensen, die zuiver en deugdzaam
leven, in wie geen zonde meer is; zij, die bevrijd zijn van de
begoochelende paren van tegenstellingen, aanbidden Mij, standvastig in hun
geloften.
- Zij die, hun toevlucht zoekend in Mij,
streven naar bevrijding van geboorte en dood, kennen het Eeuwige Brahman
, zij hebben algehele kennis van het Zelf en van de totaliteit van
handeling.
- De standvastige personen, die Mij
alleen kennen als het grondbeginsel van alles – de sterfelijke wezens, de
Tijdelijke Wezens, en de Eeuwige Wezen – zelfs op het uur van de dood,
bereiken ze Me.
(Zie ook 8.04)
In de
Upanishads, genaamd de heilige Bhagavad Gîtâ, in de wetenschap van de Allerhoogste
Geest, in het boek van devotie, in de samenspraak tussen de Heilige Krishna en
Arjuna, staat aldus het zevende hoofdstuk, genaamd “Zelfkennis
en Verlichting”.
De kracht van de godheden komt van de Verhevene Heer zoals het aroma
van de wind door de bloemen (BP 6.04.34). God vervult alle wensen van zijn
aanbidders (BP 4.13.34). Men zou naar eender methode om God te zoeken niet
mogen overwegen, omdat al de erediensten, de aanbidding van dezelfde God is.
Hij vervult al de oprechte en nuttige gebeden van de devoters, indien Hij in
geloof en liefde is aanbeden. De wijze realiseert dat al de namen en gedaanten
van Hem zijn, terwijl de onwetende het spel van de heilige oorlog speelt in de
naam van de godsdienst om persoonlijke winst op de kosten van de anderen te
vergaren.
|
|
|